Hé,
is hier een feestje? Wat een goed idee. Een gezellig feestje. Kom je met me
mee?
Zie
je die ballonnen en die grote taart? Eentje met veel slagroom, die me steeds
aanstaart.
Hé,
is hier een feestje? Wat een goed idee. Een gezellig feestje. Kom je met me
mee?
Daar
zijn mooie slingers, strikjes en een hoed. Rode limonade, dat smaakt vast heel
goed.
Hé,
is hier een feestje? Wat een goed idee. Een gezellig feestje. Kom je met me
mee?
Wauw,
een leuk muziekje. Kom we doen een dans. Kun jij ook goed zingen? Nou, dit is
je kans.
Hé,
dit is een feestje? Wat een goed idee. Een gezellig feestje. Kom je met me mee?
Meten met slingers:
Hoeveel kaarsjes op de taart:
Gevoelens tonen:
Het "Pukorkest" op bezoek:
Werken en spelen in de hoekjes:
Klaar voor het optreden:
Dansen op "Wij vieren een feestje":